Ons Dialect

Un kloch sprauwe. Een zwerm spreeuwen. Kloch komt waarschijnlijk van het Franse cloche, klok of stolp. Bij een kloch sprauwe zal dan ongeveer ‘een gesloten formatie spreeuwen’ bedoeld zijn omdat ze soms met honderden tegelijk spectaculaire avondvoorstellingen synchroon vliegen kunnen geven. Hogeschoolwerk! We kennen dat natuurlijk ook bij vissen maar die komen niet verder dan […]

Trije. Stappen, treden. Trij me nie op de téén. Ga niet op m’n tenen staan. Hij trooj uut hoeveul goas dat ie moes hebbe. Hij telde in stappen hoeveel gaas hij nodig had. De vrollie hebbe joarelang opgetrooje mit de pronkzittinge. De dames hebben jarenlang opgetreden met de pronkzittingen. Den hoan trijt d’n ene kiep

Pruumetied. Pruimentijd. In ons dialect wordt de ui-klank vaak als uu uitgesproken, uutgesproke, en de ij als ie. Bijvoorbeeld: de tijd zal uitwijzen wanneer de pruimen rijp zijn. De tied zal uutwieze wanneer de pruume riep zien. Maar er zijn uitzonderingen, uutzonderinge. In de Betuwe fruute we geen uutje als we een uitje fruiten. Volgens

Peerde kieke. Naar paarden kijken. In ons dialect is een paard un perd. Meervoud is peerde of peerd, zonder e aan het eind. Met de peerd noar de smid. Met de paarden naar de hoefsmid. Een veulen is een vulle en een hengst een hings. Toen ik een jaar of twaalf, dertien was, had ik

Uut éte. Uit eten. Aan het begin van mijn eerste echte baan maakte ik kennis met chinees eten. Bij de bank waar ik werkte werd tussen de middag nogal eens eten gehaald en als jongste bediende moest ik dat dan regelen. Toen was ik een jaar of zeventien denk ik. Nou vond ik kant en

Ons dialect Grote schònmaak, de scheeresliep en schauwe beeste. Grote schoonmaak, de scharenslijper en schuwe runderen. Zodra op de eerste mooie voorjaarsdagen het vee naar buiten ging, brak bij ons de grote schoonmaak uit. Pa spoot de stallen en hokken schoon en ma sopte en boende het huis, geholpen door mijn tantes. Alles van de

Ons dialect Ien de poletiek ligge ze veuls te veul te jeuzele en te sabele. In de politiek wordt er veel te veel getreuzeld en gewauweld. De woorden jeuzele en sabele komen uit de woordenschat van mijn vader, als variant op nie lulle mar poetse of veul kakele mar gin eiere legge. Deze laatste twee

Uut de knup hoale. Uit de knoop halen, bijvoorbeeld een veter. Maar er is een knoop van je broek af is in het dialect ge hed een knoop van de boks. Hoewel het werk- woord knopen weer knuppe is. Knup da góéd ien oew oore, onthoud dat goed. Uut de knup dóén is dialect voor

Smoutappele mit koantjes. Smoutappels met kaantjes. De Sinterklaastijd vond ik als kind helemaal niks want we werden altijd bang gemaakt, maar de rest van de decembermaand herinner ik mij als warm en gezellig. De kerstboom met echte kaarsjes stond op een tafeltje met een emmer water aan de ene kant en oma aan de andere.